Uw bloedtestresultaten begrijpen
Door Lauren Amphlett

Als u onlangs een bloedtest heeft gehad in de NHS, kijkt u misschien naar een lijst met afkortingen en cijfers die u niet zo logisch vindt. Dit artikel helpt u enkele van de meest voorkomende resultaten van bloedtesten te begrijpen die u kunt tegenkomen. Het is echter belangrijk om te onthouden dat dit een basisgids is.

Leverfunctietesten (LFT's)

Leverfunctietesten zijn een groep tests die helpen controleren hoe goed uw lever werkt. Hier zijn een paar van de belangrijkste:

ALAT (Alanine Aminotransferase) en AST (aspartaat-aminotransferase): Deze enzymen bevinden zich in levercellen. Wanneer de lever beschadigd is, komen deze enzymen vrij in de bloedbaan. Hogere dan normale niveaus kunnen wijzen op leverziekte of schade.

ALP (alkalische fosfatase): Dit enzym komt voor in de lever en botten. Hoge niveaus kunnen wijzen op leverziekte of botaandoeningen.

bilirubine: Dit is een afvalproduct dat door de lever wordt verwerkt. Hoge niveaus kunnen duiden op een probleem met de lever of galwegen.

Gamma GT (gamma-glutamyltransferase): Dit enzym is vaak verhoogd bij aandoeningen die schade aan de lever of galwegen veroorzaken.

Albumine: Dit is een eiwit dat door de lever wordt gemaakt en dat nodig is om de groei in stand te houden en weefsels te herstellen. Lage niveaus kunnen wijzen op een probleem met de lever of de nieren.

Volledig bloedbeeld (FBC)

Een volledig bloedbeeld meet verschillende delen van uw bloed.

Hemoglobine (Hb): Dit is de stof in rode bloedcellen die zuurstof door het lichaam transporteert. Lage niveaus kunnen bloedarmoede suggereren.

Witte bloedcellen (WBC): Deze maken deel uit van uw immuunsysteem en helpen infecties te bestrijden. Hoge niveaus kunnen wijzen op een infectie, ontsteking of een immuunstoornis. Lage niveaus kunnen wijzen op een verzwakt immuunsysteem.

Witte bloedcellen zijn verder onderverdeeld in verschillende typen, elk met een andere rol:

  • neutrofielen: Deze cellen zijn het meest voorkomende type witte bloedcellen en reageren als eerste op infecties.
  • lymfocyten: Deze cellen zijn cruciaal voor uw immuunsysteem en spelen een sleutelrol in de reactie van uw lichaam op virussen.
  • monocyten: Deze cellen helpen bacteriën te bestrijden.
  • eosinofielen: Deze cellen helpen parasieten te bestrijden en spelen ook een rol bij allergieën.
  • basofielen: Deze cellen zijn betrokken bij ontstekingsreacties en allergieën.

Bloedplaatjes (Plt): Dit zijn kleine cellen die uw bloed helpen stollen. Hoge of lage niveaus kunnen wijzen op een reeks aandoeningen en kunnen het vermogen van uw bloed om te stollen beïnvloeden.

Ureum en elektrolyten (U&E's)

Deze test controleert de nierfunctie door niveaus van stoffen zoals natrium, kalium en ureum in uw bloed te meten. Abnormale niveaus kunnen wijzen op een probleem met uw nieren of met de vocht- en elektrolytenbalans van uw lichaam.

Natrium (Na+): Natrium is een elektrolyt dat helpt de vochtbalans in uw lichaam te behouden. Abnormale niveaus kunnen wijzen op uitdroging, nierproblemen of bepaalde hormonale stoornissen.

Kalium (K+): Kalium is een ander belangrijk elektrolyt dat een cruciale rol speelt bij het behoud van een goede hart- en spierfunctie. Hoge of lage kaliumspiegels kunnen verschillende oorzaken hebben en kunnen medische hulp vereisen.

Chloride (Cl-): Chloride is een elektrolyt dat nauw samenwerkt met natrium om de vochtbalans in uw lichaam te behouden. Abnormale chloridegehalten kunnen wijzen op nierproblemen of bepaalde stofwisselingsaandoeningen.

Bicarbonaat (HCO3-): Bicarbonaat is een chemische stof die betrokken is bij het reguleren van het zuur-base-evenwicht in uw lichaam. Abnormale niveaus kunnen worden gezien bij aandoeningen zoals nieraandoeningen of ademhalingsstoornissen.

Ureum: Ureum is een afvalproduct dat in de lever wordt gevormd bij de afbraak van eiwitten. Het niveau in het bloed kan een weerspiegeling zijn van de nierfunctie en verhoogde niveaus kunnen wijzen op een verminderde nierfunctie of uitdroging.

creatinine: Creatinine is een afvalproduct dat wordt geproduceerd door spieren en wordt uitgescheiden door de nieren. Het wordt vaak gebruikt om de nierfunctie te beoordelen. Een hoog creatininegehalte kan wijzen op een verminderde nierfunctie.

Geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR): Dit is een berekende waarde op basis van creatininewaarden die inschatten hoe goed uw nieren afvalstoffen uit uw bloed filteren. Een lagere eGFR kan wijzen op een verminderde nierfunctie.

cholesterol

Deze test meet de niveaus van verschillende soorten cholesterol en triglyceriden in uw bloed, wat kan helpen om uw risico op hartaandoeningen te beoordelen.

Totale cholesterol: Dit meet de totale hoeveelheid cholesterol in uw bloed, inclusief zowel high-density lipoprotein (HDL)-cholesterol als low-density lipoprotein (LDL)-cholesterol. Het is een algemene indicator van uw cholesterolgehalte.

HDL-cholesterol: Lipoproteïne-cholesterol met hoge dichtheid wordt vaak "goed" cholesterol genoemd. Het helpt overtollig cholesterol uit uw bloed te verwijderen en naar de lever te transporteren voor verwerking. Hogere niveaus van HDL-cholesterol worden over het algemeen als gunstig voor de gezondheid van het hart beschouwd.

LDL cholesterol: Lipoproteïne-cholesterol met lage dichtheid wordt vaak "slechte" cholesterol genoemd. Het draagt ​​bij aan de opbouw van plaque in de slagaders, waardoor het risico op hartaandoeningen en beroertes toeneemt. Lagere niveaus van LDL-cholesterol zijn doorgaans wenselijk.

triglyceriden: Triglyceriden zijn een soort vet dat in uw bloedbaan circuleert. Ze zijn een bron van energie voor je lichaam. Hoge niveaus van triglyceriden kunnen in verband worden gebracht met een verhoogd risico op hartaandoeningen, vooral in combinatie met andere risicofactoren.

Cholesterolverhoudingen: Cholesterolverhoudingen geven extra inzicht in uw cardiovasculaire gezondheid. De meest berekende verhoudingen zijn onder meer:

  • Totale cholesterol/HDL-verhouding: Deze verhouding vergelijkt het totale cholesterolgehalte met het HDL-cholesterolgehalte. Lagere verhoudingen worden over het algemeen als beter beschouwd, omdat het een hoger aandeel "goed" cholesterol ten opzichte van het totale cholesterol aangeeft.
  • LDL/HDL-verhouding: Deze verhouding vergelijkt het LDL-cholesterolgehalte met het HDL-cholesterolgehalte. Nogmaals, een lagere verhouding heeft doorgaans de voorkeur, omdat dit een lager risico op hartaandoeningen suggereert.

Stollingstesten

Protrombinetijd (PT) en Internationale genormaliseerde ratio (INR): Deze tests meten hoe snel uw bloed stolt. Ze worden vaak gebruikt om de behandeling met anticoagulantia (bloedverdunnende medicijnen) zoals warfarine te controleren. Een hoge INR of PT betekent dat uw bloed langzamer stolt dan normaal, wat het risico op bloedingen kan vergroten.

Andere tests

C-reactief proteïne (CRP): Dit is een eiwit dat stijgt als reactie op ontstekingen in het lichaam. Hoge niveaus kunnen wijzen op een infectie of een langdurige ziekte zoals reumatoïde artritis of lupus.

amylase: Dit is een enzym dat uw lichaam helpt bij het verteren van voedsel. Hoge niveaus kunnen wijzen op een probleem met uw alvleesklier, inclusief aandoeningen zoals pancreatitis.

D-dimeer: Dit is een eiwitfragment dat wordt geproduceerd wanneer een bloedstolsel in uw lichaam oplost. Hoge niveaus kunnen erop wijzen dat er mogelijk aanzienlijke stolling in uw lichaam optreedt.

Bloed glucose: Deze test meet de hoeveelheid glucose (suiker) in uw bloed. Hoge niveaus kunnen duiden op diabetes, terwijl lage niveaus kunnen leiden tot hypoglykemie (lage bloedsuikerspiegel).

Schildklierfunctietests (TFT's): Deze tests meten hoe goed uw schildklier werkt door de niveaus van schildklierstimulerend hormoon (TSH) en thyroxine (T4) te controleren. Abnormale niveaus kunnen wijzen op aandoeningen zoals hypothyreoïdie of hyperthyreoïdie.

Conclusie

Hoewel deze gids u een beter begrip van uw bloedtestresultaten zou moeten geven, is het belangrijk om te onthouden dat deze tests slechts een deel van het plaatje zijn. Uw huisarts of specialist interpreteert deze resultaten in de context van uw symptomen, medische geschiedenis en andere onderzoeken. Dus als u vragen of opmerkingen heeft over uw resultaten, aarzel dan niet om uw arts of verpleegkundige om opheldering te vragen. Ze zijn er om u te helpen.